Het dragen bij
heupdysplasie of heupluxatie
Ik zal even praten over het dragen bij een baby met heupdysplasie of heupluxatie.
Het is een onderwerp dat ik hier wil behandelen omdat ik zelf deze situatie heb meegemaakt met mijn zoon en er hierover helemaal geen informatie terug te vinden is.
Mijn zoon is de
hele zwangerschap in stuitligging gebleven, met als resultaat een dubbele
heupdysplasie. Wat toch vaak gebeurd met
stuit liggende baby’tjes.
Gedurende 3 maanden moest hij een dubbele luier aandoen om zijn beentjes constant gespreid de houden.
Gedurende 3 maanden moest hij een dubbele luier aandoen om zijn beentjes constant gespreid de houden.
Sommige artsen verkiezen naargelang de graad van de aandoening voor een Pavlik-bandage, een spreidbroekje, een gips ,enz … , maar de bedoeling blijft hetzelfde: De benen 30° tot 40° gespreid en de knieën 90° tot 120° opgeplooid houden, zodat de heup kop zich recht tegenover de heup kom kan bevinden en zo mooi in elkaar kan groeien.
Veel ouders die willen dragen, stellen zich dan de vraag : -Mogen wij hem dragen in een draagdoek? Of -Hoe kunnen wij hem correct dragen in de draagdoek? En ze vinden er maar heel weinig info van.
De baby die op de heup van de ouder gedragen wordt, neemt natuurlijk de houding aan die overeenkomt met zijn anatomie, en neemt tegelijkertijd de ideale therapeutische en preventieve houding aan. De bewegingen die de drager doet bijvoorbeeld om te stappen, werken als een soort massage, wat leidt tot een goede ontwikkeling van de heupgewrichten.
De bevolkingen
waar de baby’s constant gedragen worden (zoals Azië, Afrika,..) kennen nauwelijks deze aandoening.
Zoals hierboven uitgelegd: de houding die de baby aanneemt op de heup van de ouder is de natuurlijke houding, de benen zijn gespreid en de knieën opgetrokken. Dat is de ideale houding bij heupdysplasie-heupluxatie.
Op de buik is de juiste houding bij een baby zonder dysplasie of luxatie, de kikkerhouding tot 4 maanden. Dit wil zeggen: Bolle rug, knieën opgetrokken, en benen niet gespreid. Na ong. 4 maanden kan hij zijn benen spreiden.
In het geval van
heupdysplasie moet men al vanaf het begin zijn benen spreiden. Dus dragen we
hem al vanaf de geboorte met gespreide benen en opgetrokken knieën tot
navelhoogte, zoals een groter kind.
In een draagdoek is dan de beste knoop de FWCC (Front Wrap Cross Carry )
Hij is
gemakkelijk te installeren en de kruis eronder houdt de spreiding van zijn
benen.
Een mei tai of
voorgevormde drager is ook goed want de spreiding wordt automatisch gevormd,
maar let wel op om dat de zit nog niet TE breed is en er een te grote spreiding
ontstaat voor de hele kleintjes. Je kan die dan eventueel wat verkleinen door
een koord eraan te knopen volgens de grote dat je wenst.
Wees absoluut niet bang om te dragen in een doek of drager wanneer de baby een Pavlik-bandage, een gibs of andere spreidingsmethode heeft, het is helemaal niet moeilijk.
Je kan raad vragen
aan een draagconsulente (vb. in Vlaanderen(België) heb je de site Draagconsulenten.be en in Nederland: Draagdoekconsulenten.nl ) waar
je een consulente in jouw buurt kan opzoeken die je kan helpen de correcte en
gemakkelijke manier van dragen kan aantonen.
Hieronder kan je een filmpje zien dat ik gemaakt heb om de FWCC-knoop aan te tonen met een baby(hier natuurlijk een draagpop) die een Pavlik-bandage draagt. Zo kunt u al wat gaan oefenen.
Ten slotte wens
ik u veel draagplezier… geniet ervan en draag zoveel je maar wenst.





Geen opmerkingen:
Een reactie posten